Uit de praktijk…

verzekeringsklachten

De Geschillencommissie behandelde in 2020 ruim 1.800 verzekeringsklachten waarvan bijna de helft is opgelost met bemiddeling. Er zijn ruim 500 uitspraken gedaan. Consumenten klopten in 2020 veelvuldig bij Kifid aan met klachten over hun rechtsbijstandverzekering. Ook verlangden ze met regelmaat een oordeel over (langdurige) registratie in de frauderegisters. Bovendien stroomden er tientallen klachten binnen over het toepassen van de en-bloc-bepaling door uitvaartverzekeraar Yarden.

Yarden

De Geschillencommissie oordeelde in 2020 dat het toepassen van de en-bloc-bepaling door uitvaartverzekeraar Yarden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar was. Yarden mocht dus de verzekeringsvoorwaarden van de naturaverzekering eenzijdig in het nadeel van een grote groep consumenten veranderen. De verzekeraar verkeerde in dusdanig zwaar weer, dat inzetten van de bepaling de enige optie was om een nog nadeliger scenario voor de verzekerden te voorkomen. Naar het toepassen van een en-bloc-bepaling wordt door de Geschillencommissie zeer genuanceerd gekeken. In deze zaak speelde mee dat het om een langlopende verzekering gaat, waardoor het nadeel een grote impact heeft. In tegenstelling tot de meeste schadeverzekeringen is een uitvaartverzekering immers niet jaarlijks opzegbaar. Omdat de omstandigheden echter zo uitzonderlijk waren, kregen de polishouders geen gelijk. Wel hebben zij nu duidelijkheid. De door Kifid uitgezette lijn is inmiddels ook door de overheidsrechter bevestigd.
(Uitspraken GC 2020-696, GC 2020-697 en GC 2020-806)

Corona

In 2020 kwam een aantal klachten binnen over reis- en/of annuleringsverzekeringen naar aanleiding van corona. De geclaimde annuleringskosten en/of extra reis- en verblijfskosten bleken in de regel niet gedekt te zijn. Dekkingsvoorwaarden van een annuleringsverzekering kennen vaak insluitingen in plaats van uitsluitingen: de situaties waarvoor dekking bestaat worden limitatief opgesomd. Staat de gebeurtenis niet opgenomen, dan is die in de regel ook niet gedekt. Zo is in bepaalde polissen annulering wegens natuurgeweld gedekt, maar valt een pandemie daar niet onder. Het is aan te raden om de voorwaarden van een reis- en/of annuleringsverzekering goed te controleren en als financieel dienstverlener bij het afsluiten of verlengen ervan de dekkingen helder te communiceren richting de consument.
(Uitspraken GC 2020-626, GC 2020-628, GC 2020-632 en GC 2020-954)

Zorgplicht tussenpersoon

Een belangwekkende zaak die in de financiële sector veel stof deed opwaaien was die rondom de zorgplicht van financieel adviseurs. In deze zaak oordeelde de Commissie van Beroep anders dan de Geschillencommissie. De uitkomst – in beroep – was dat een adviseur niet hoeft te wijzen op algemene marktontwikkelingen, zoals premiedalingen van overlijdensrisicoverzekeringen. Wel moet een adviseur de consument gedurende de looptijd wijzen op wijzigingen van het product zelf. Daarmee is de Kifid-lijn helder.
Als het gaat om zorgplicht valt het de Geschillencommissie op dat de financieel adviseur niet altijd beschikt over aantekeningen of een verslag van het adviesgesprek. In zaken waarin de consument van mening is dat een adviseur een niet-passend product heeft geadviseerd, rust er op de adviseur een ‘verzwaarde motiveringsplicht’. Dat betekent dat de adviseur feitelijk moet kunnen aantonen hoe hij of zij tot het advies is gekomen. Kan de adviseur dat niet, dan gaat de Geschillencommissie er van uit dat de lezing van de consument de juiste is. Het is aan te raden om tijdens adviesgesprekken verslagen te maken en die te laten accorderen door de consument.
(Uitspraken CvB 2020-020 en GC 2020-683)

Rechtsbijstand

Er zijn in 2020 tientallen uitspraken gedaan op het terrein van rechtsbijstandverzekeringen. In een aantal daarvan beklaagt de consument zich erover dat de verzekeraar de kosten voor benodigde rechtsbijstand bij een geschil niet wil vergoeden. Vaak gaat het daarbij om zaken die al liepen ten tijde van het afsluiten van de verzekering of zaken die de consument bij het afsluiten al zag aankomen, zoals een ontslag. De verzekeraar weigert dan terecht de claim. Daarnaast is er een categorie zaken die in principe wel gedekt is, maar waarbij de verzekeraar de kans op succes klein acht bij het voortzetten van de zaak. Het valt de Geschillencommissie in dat kader op dat consumenten weinig bekend lijken te zijn met de zogenoemde geschillenregeling. Die regeling staat in de voorwaarden van alle rechtsbijstandsverzekeraars en schrijft voor dat een derde (vaak een advocaat) een bindend advies uitbrengt over het al dan niet voortzetten van de zaak. In een aantal zaken, waarin de verzekeraar voortzetting van de zaak niet haalbaar vindt, hebben consumenten dat ‘haalbaarheidsoordeel’ vervolgens aan Kifid voorgelegd. Dan volgt een marginale toetsing: is de bindend adviseur in redelijkheid tot het oordeel gekomen dat de zaak niet kan worden voortgezet?
(Uitspraken GC 2020-331 en GC 2020-934)

Frauderegister

Jaarlijks terugkerend zijn de klachten over fraude en registratie van persoonsgegevens. De Geschillencommissie deed in 2020 ongeveer veertig keer uitspraak in een dergelijke zaak. Betrapt worden op fraude kan langdurige gevolgen hebben. Wie in het Externe Verwijzingsregister (EVR) terechtkomt, kan vaak maar moeilijk een verzekering afsluiten of alleen tegen een zeer hoge premie. De Geschillencommissie beoordeelt in die gevallen of er daadwerkelijk sprake was van fraude en of de genomen maatregelen door de verzekeraar, zoals de duur van de registratie, terecht en proportioneel zijn. Als de verzekeraar de gegevens van de consument terecht heeft geregistreerd, ziet de commissie soms wel aanleiding de duur van de registratie te verkorten.
(Uitspraken GC 2020-929, GC 2020-950 en GC 2020-991)